Ik zag Mieke voor het eerst op het werk. We werkten via Utrecht Werkt. Ik was heftruckchauffeur. Zij was inpakster. Ze was een Amsterdammertje. Lekkere vlotte babbel. We werden verliefd en kregen een relatie.
In 2008 trouwden we. Op het oude stadhuis van Utrecht. We deden leuke dingen. We struinden over marktjes, pakten een bioscoopje en luisterden samen naar muziek. Naar Hazes, Michael Jackson, Bob Marley, van die hitnummertjes, weet je wel.
In 2011 werd Mieke steeds zieker. Ze had diabetes 1. Met kerst kwam ze in het ziekenhuis terecht en op 17 januari overleed ze. Dat was zo erg. Samen met haar zus en zwager besloten we haar in te laten slapen. Dat hebben we dus gedaan. Verschrikkelijk, maar het kon niet anders.
Op haar begrafenis heb ik een gedicht voorgelezen. Dat was fijn om te kunnen doen.
Ik heb me wel een tijdje een moordenaar gevoeld. Soms nog wel. Je beroofd toch iemand van zijn leven. Op haar begrafenis heb ik een gedicht voorgelezen. Had ik zelf geschreven. Dat was fijn om te kunnen doen.
Een half jaar na haar dood werd ik gek. Ik was hartstikke doorgedraaid. Kon niet meer denken en niets meer doen. Ik werd naar de paaz in Overvecht gebracht. Kreeg veel ontspanningstherapie enzo. Ze hebben me daar echt goed geholpen.
Tegenwoordig woon ik in een project begeleid wonen. Ik heb een eigen keuken en eigen wc en douche. beneden kan ik eten, maar dat doe ik niet. Ik kook veel liever zelf. We zijn net van Lunetten naar Ondiep verhuisd. Daar ben ik heel blij mee.
Ik ben geboren en getogen in Ondiep. Kom weer in mijn oude buurtje terecht. Dat is echt fijn. Het is een mooie kamer. En een prima slaapkamer. Alles is nieuw.
Ja, natuurlijk denk ik nog elke dag aan mijn Amsterdammertje.
Ik heb nog niet alle dozen uitgepakt, maar dat geeft niet. Dat komt wel. De foto’s van Mieke en mij staan alweer in de kast en hangen aan de muur. Ja, natuurlijk denk ik nog elke dag aan mijn Amsterdammertje. Ik ga vaak naar het graf. Op Daalwijk. Het is daar zo ontzettend mooi. Ik probeer daar om de dag te zijn.
Ik ben lekker bezig. Doe eigenlijk elke dag vrijwilligerswerk. Ik moet wel iets te doen hebben, anders ga ik malen hè. Ik geef computerles, help nieuwe mensen als ze vragen hebben. Verder doe ik nog een beetje elektriciteitsdingetjes.
Als ik geen vrijwilligerswerk doe, dan ga ik vaak naar buiten. In het weekend loop ik graag op rommelmarkten. Beetje kijken naar dvd’s, films, video’s, cassettebandjes of lp’s. Thuis staat er altijd muziek aan. Ik kan niet zonder. Als het stil is ga ik malen.
Je moet niet gaan piekeren, maar zorgen dat je weer iets te doen hebt.
Ik kan ook niet goed tegen alleen zijn. Daarom doe ik ook veel vrijwilligerswerk. Beetje onder de mensen. Praatje maken enzo. Dat heb ik ook tijdens mijn rouwverwerking geleerd. Je moet niet gaan piekeren, maar zorgen dat je weer iets te doen hebt. Dat lukt best wel.
Bij Amerpoort helpen ze me met mijn financiële zaken. En met mijn rouwverwerking. Dat heb ik nog steeds nodig. Door steeds weer verhalen over Mieke te vertellen hou ik haar ook levend.
Ik geef tegenwoordig ook af en toe gastlessen bij de Hogeschool Utrecht en ROC-Midden Nederland. Daar vertel ik over wat ik heb meegemaakt. En ik vertel over mensen met een verstandelijk lichte beperking. Die heb ik ook. Zeggen ze. Ik weet eigenlijk niet welke. Of het moeten mijn rug- en herniaklachten zijn.
Door steeds weer verhalen over Mieke te vertellen hou ik haar ook levend.
Wat je kan dat doe je "Ik heb een hoge pijngrens, geef nooit op en ga altijd door." | Spijbelen "Ik noem het spijbelen. Even niks moeten. En ik zou het elke mantelzorger aanraden." | Haast "Op een gegeven moment realiseerde ik mij; ik word niet meer de oude. Ik kan alleen nog maar de nieuwe worden." |