Als je tegen mij zegt dat ik iets niet moet doen, is het als een stier op een rode lap. Dan ga ik juíst de uitdaging aan. Ik heb me nooit laten tegenhouden. Ook niet door mijn zicht.
Ik ben geboren met een oogafwijking. Als je goed in mijn ogen kijkt, zie je dat ik geen iris en kleur heb. Ook gaan mijn ogen heel snel heen en weer. Die combinatie zorgde ervoor dat ik altijd al slecht zag.
Toch kon ik tot de eerste klas van de middelbare school nog wel uit de voeten met boeken van A3-formaat. En op de snelweg kon ik borden met een verrekijker lezen. Ook fietsen lukte. Als de omgeving maar rustig was.
Richting het einde van mijn eerste jaar op de middelbare school kreeg ik ineens enorme hoofdpijn. Ik kan het me nog goed herinneren. Ik liep met zulke knalrode ogen in de school rond, dat zelfs klasgenoten zeiden dat er iets niet klopte.
’s Middags ben ik uiteindelijk naar huis gefietst. Wat ik toen nog niet wist, was dat dit ook meteen mijn laatste zelfstandige fietsrit zou zijn. Eenmaal in het ziekenhuis bleek ik een hele hoge oogdruk te hebben.
Daardoor stijgt het vocht in je ogen en blijft dit vastzitten. Het kan niet weg en drukt op je oogzenuwen. Ik vergelijk het weleens met een bos bloemen. Als je veel kracht zet, knakken alle steeltjes. Dat gebeurde dus ook met mijn oogzenuwen.
Plotseling was alles anders. Van slecht zien ging ik naar helemaal niet meer zien. Aan één kant zie ik alleen maar dichte mist. Daar komt nauwelijks iets doorheen. Mijn andere oog is nog wat helderder. Daarmee kan ik contrasten onderscheiden. Hoe dan ook was deze verandering van invloed op alles.
Ik kon niet meer zomaar ergens naartoe. Mijn fiets bleef in de schuur staan. Die had geen functie meer. Ik had allerlei vragen over de toekomst. Hoe ging ik mijn school voortzetten? Kon ik wel studeren? Ik dacht na over werk, een gezin. Het zette mijn leven volledig op z’n kop.
In de zomervakantie ben ik meteen braille gaan leren en met een computer met voorleessoftware gaan werken. Ik kon gelukkig doorgaan op dezelfde middelbare school. Daar had ik een hele fijne klas, die volledig achter me is blijven staan. Dat is heel helpend geweest. Net als de steun van mijn familie. We hebben samen gekeken naar wat wél mogelijk was. Uiteindelijk heb ik dan ook mijn vwo-diploma gehaald.
Vervolgens ben ik de opleiding Communicatie- en informatiewetenschappen gaan doen. Ik behaalde ook hier mijn diploma. Om mezelf uit te dagen, ben ik nog een mediation opleiding gaan volgen. Daar garandeerden ze me dat ik veel zou leren, maar niet dat ik ook echt een goede mediator kon worden.
Daarin is non-verbale communicatie namelijk heel belangrijk. Ik dacht: dat zullen we nog weleens zien. Naar mijn idee had ik die non-verbale communicatie niet nodig. Dat bleek ook al snel. Een docent zei dat ik emoties benoemde die hij daarna pas zag. Ik had het dan allang horen aankomen. Nog altijd ben ik blij dat ik die opleiding heb gedaan. Ik heb er veel geleerd.
Met oordelen heb ik mijn hele leven te maken gehad. Zo adviseerde mijn leraar in groep acht me om naar de mavo te gaan. En dit terwijl ik op basis van mijn Cito-toets havo/vwo kon gaan doen. Hij zei: je hebt al een beperking, dus maak het jezelf niet zo moeilijk.
Of die docent economie die vond dat ze me niet extra hoefde te begeleiden omdat ik later toch geen economie nodig had. En mijn docent marketing, die vroeg wat ik bij die cursus deed. Ik was blind, dus kon ik toch geen marketing doen?
Eén sollicitatie is me het meest bijgebleven. Mijn contactpersoon kwam er te laat achter dat ik een visuele handicap heb, en had me eigenlijk willen afbellen. Maar omdat ik er toch al was, praatte ik met hem. Ik legde uit hoe braille werkt en wat ik allemaal wél kan.
Na een uur zei hij dat er een wereld voor hem was opengegaan. Of ik daar wilde komen werken. Dat was voor mij echt een les. Je kunt daadwerkelijk iemands kijk op dingen veranderen als je iets goed uitlegt. Onbegrip komt voort uit onwetendheid.
Uiteindelijk ben ik voor mezelf begonnen, omdat ik zo pas echt de kans kreeg om te doen wat ik leuk vind. Namelijk met groepen werken en mensen naar een hoger niveau tillen. Ik ben er meer en meer achter gekomen hoe belangrijk het is om bewust te communiceren over je beperking. Dat bepaalt hoe anderen tegen je aankijken.
Vanaf dat moment is communicatie rondom een beperking dan ook ontstaan als doel binnen mijn werk. De mensen die ik als specialist in interactie begeleid, leer ik in de basis: vragen aan is sterker dan denken voor. Dat is waar ik voor sta.
Als ondernemer ben ik nu echt met iets waardevols bezig. Ik zie mensen groeien, maar groei ook iedere dag zelf. Als ik niet iedere dag een stapje buiten mijn comfortzone zet, groei ik niet. Dan sta ik stil of ga ik zelfs achteruit. Nog steeds heb ik veel dromen. Ik ben ondernemend zat. Dat biedt veel kansen. Mijn werk maakt me iedere dag een stukje rijker.
Ga rustig aan de kant van de rivier zitten "Na de diagnose fibromyalgie, moest ik een stapje terug doen. En opnieuw uitvinden wat wel en niet goed voor me is." | Sporten is mijn uitlaatklep "Wat echt heeft bijgedragen aan de acceptatie van mijn beperking, is sporten. Dit gaf me een uitlaatklep en daardoor werd ik fitter." | De liefde blijft "Ik kon het niet laten om het lief te hebben, dat kleine guppie in mijn buik. Iedere keer weer opnieuw een wonder." |