Net als zoveel mensen in 2020, moest ik door de pandemie thuiswerken. Wat door velen en mijzelf als lastig werd ervaren, bood ook een mogelijkheid: waar ik eerst verbonden was aan kantoor in Eindhoven, kon ik nu wonen waar ik wilde. En dat was: dichter bij mijn vriend in Utrecht.
Echter, ik wist dat het een drama zou worden met het vinden van een woning. Geld om een huis te kopen had ik niet. Voor een particuliere huurwoning in Utrecht ben je een arm en een been kwijt. En voor de sociale huurwoningen sta je tien jaar op de wachtlijst om in aanmerking te komen.
Ook vond ik het spannend, omdat ik buiten mijn vriend en zijn twee beste vrienden, niemand in de regio kende. Tenminste, dat dacht ik, totdat ik via via bevriend raakte met iemand die in âhet GWâ in Nieuwegein woonde. Ik schreef me in en op 1 maart 2021 kreeg ik de sleutels van mijn stulpje.
Ik woon nu in een centraal wonen vorm, wat inhoudt dat ik een eigen appartement met voordeur heb. Maar samen met drie anderen deel ik een gemeenschappelijke voordeur, washok en woonkamer. Voorwaarde van wonen in âhet GWâ is dat je bijdraagt aan de gemeenschap. Er wordt van je verwacht dat je helpt met de taken die het project omvatten. Zoals een leuke middag organiseren, in het bestuur zitten of af en toe een bardienst draaien in de gemeenschappelijke kroeg.
Het gezegde âbeter een goede buur dan een verre vriendâ zou je kunnen zien als het mantra hier. En precies daarom wilde ik hier wonen. Ook al verhuisde ik hierheen vanwege mijn vriend, ik wilde nog wel een eigen leven opbouwen en mensen leren kennen. Mijn onderbuurman is degene die wees op het Gemeenschappelijk Wonen (het GW). En tot op de dag van vandaag heb ik met hem de beste band.
Ik kwam hier middenin coronatijd en alles lag stil, maar hij heeft me in die tijd wegwijs proberen te maken. Daarnaast heb ik me opgegeven als barvrijwilliger, want dat is een leuke manier om mensen te leren kennen.
Ik hou van mijn clubje GWâers. Van jong tot oud, van kunstenaars tot leraren, van feestvierders tot Lazy Sunday liefhebbers. Alles is te vinden in âhet GWâ. Ook ben ik van mening dat dit de manier is waarop je met je buren om zou moeten gaan.
Vroeger was er veel meer een gevoel van gemeenschap en sociale cohesie in de buurt waar je woonde. Volgens mij zijn we door de ontwikkeling van moderne technologieën veel individualistischer gaan leven. En zijn we die sociale cohesie gaandeweg een beetje verloren.
Hoe fijn is het dat als je op een nieuwe plek gaat wonen, je erop kunt vertrouwen dat er toch mensen in de buurt zijn die op elkaar letten? Een keer een boodschap voor je doen als je je been hebt gebroken. Of onderling spullen met elkaar ruilen en uitlenen met het oog op duurzaamheid. En dat er in de zomer altijd wel iemand een ommetje gaat maken waar je bij kunt aansluiten.
Ik heb mijn plekje hier gevonden. En ik hoop dat er een tijd komt waarin je ook zonder een project âgemeenschappelijk wonenâ dichter bij je buur te komen staan.
Er schijnt altijd ergens een beetje licht "Muziek maken houdt mij op de been. Een van mijn laatste concerten stond in het teken van licht." | Beter een goede buur "Het leven is niet maakbaar, maar je kunt het jezelf wel wat makkelijker maken." | Ik heb een heel nieuw leven gekregen "De beste dag van mijn leven was toen ik hoorde dat ik de ziekte van Lyme had. Ik was ziek en er kon iets aan gedaan… |