Dit is een zot verhaal. Bijna alle mensen om mee heen zijn weggevallen. Ik ben zo goed als alleen over. Ruim twee jaar geleden kreeg ik te horen dat ik ongeneeslijk ziek ben.
Ik heb altijd pijn, het is een uitzichtloos lijden. Op dat moment overwoog ik euthanasie. Maar het afgelopen jaar heb ik zo’n rust en vrede gekregen, dat ik wel van de daken zou willen roepen: “Mensen ga toch niet zo zitten sikkeneuren. Leef je leven.” Dat is mijn boodschap.
Ik was 25 jaar toen ik trouwde. Beiden zijn we TB-patiënten geweest. Dat heeft ertoe geleid dat we uiteindelijk geen kinderen hebben gekregen samen. Ik ben er heel verdrietig van geweest, maar ik had toen zoveel mensen om me heen. Het viel ergens ook wel weer mee. We hebben het samen ook heel erg fijn gehad.
Mijn man was vormingswerker en ik onderwijzeres. We waren ook dol op muziek. Ik zeg wel eens: mijn man zou naar het conservatorium gaan, maar hij ging naar het sanatorium.
Bij het afscheid van mijn man heb ik een half uur extra geregeld, zoveel sprekers waren er.
We zijn ons hele leven maatschappelijk betrokken geweest en hebben samen altijd mooi werk gedaan. Daar hebben we veel vrienden aan overgehouden. Bij het afscheid van mijn man heb ik een half uur extra geregeld, zoveel sprekers waren er.
Na zijn overlijden, alweer 22 jaar geleden, bleef ik alleen achter. Geen kinderen betekent ook geen kleinkinderen. Gelukkig had ik veel vriendinnen. En een aantal goede vriendinnen trof ik weer hier, in Huis aan de Vecht.
Geen kinderen betekent ook geen kleinkinderen.
We hebben heel wat oudejaarsavonden gevierd samen. Dan bestelden we de heerlijkste visschotels bij de Volendammer. Ik genoot vooral van de paling, die is nu bijna niet meer te betalen. Mijn vriendinnen zijn de afgelopen zeven jaar allemaal gestorven. Ik ben heel geleidelijk steeds eenzamer geworden.
Elke donderdagmiddag krijg ik Michiel op bezoek, een filosofiestudent. Een hele lange snaak en een kostelijke knul. We leerden elkaar ruim een jaar geleden kennen. Wij samen, we kunnen zo goed praten en filosoferen en dat is zó zalig.
Je kunt merken dat we een band hebben. Ik weet niet of je begrijpt wat dat betekent voor me!
Ik heb zelf het gevoel dat ik nogal achteruit ga en dan zegt hij: “Wegwezen, dat is helemaal niet waar.” Of als ik ergens niet meteen op kan komen. Michiel wacht dan rustig en dan komt het weer naar boven. Dan zeg ik: “Ik heb het alweer!”
Ik weet niet of je begrijpt wat dat betekent voor me! Je kunt merken dat we een band hebben want hij helpt mij en ik help hem.
Als je soms opstaat kun je denken, oh jee weer een dag. Ik wil niet meer iedere ochtend gammel opstaan en zien dat ik zelf niet meer uit de voeten kom. Dat vind ik geen vorm van leven. Ik ga niet luchtig langs het leven maar ik wil er ook niet over in zitten.
Ik heb mezelf aangeleerd tevreden te zijn met wat voor mij is weggelegd. De kleine dingen. En dus voel ik me gelukkig. Hoe lang ik het vast kan houden, dat weet ik ook niet. Het is over me gekomen en ik hou het al een tijd vol.
Ik heb mezelf aangeleerd tevreden te zijn met wat voor mij is weggelegd. De kleine dingen. En dus voel ik me gelukkig.
Er schijnt altijd ergens een beetje licht "Muziek maken houdt mij op de been. Een van mijn laatste concerten stond in het teken van licht." | Ik leef! "Honderd procent winst van de operatie. Aanvalsvrij! En toch gaat er nog heel wat leed schuil in mijn gehavende hoofd." | Gelukkig en rijk "Als kind had ik een zorgeloos en gelukkig leven en net als ieder meisje droomde ik ervan om later prinses te worden." |