Als ik tegenover je zit, dan kan ik jou zien en de kleding die je draagt. Wat er naast je is, dat zie ik niet. De meeste mensen kunnen tot 90 graden opzij kijken zonder hun hoofd te draaien. Ik zie maar een graad of dertig. Bovendien zie ik zo weinig details, dat ik je niet zou herkennen als ik je morgen weer tegenkom en je hebt andere kleren aan.
Ik zeg altijd: eerst zit ik met mijn neus op het papier om te zien wat ik teken, en daarna maak ik met diezelfde neus mijn beeldscherm vies. Als kind tekende ik al graag en ik had al snel in de gaten dat mijn tekeningen van een andere orde waren dan die van mijn leeftijdgenoten.
Omdat ik mijn hele leven niet goed kon zien (tussen de 20% met bril en 5% zonder) verklaarde iedereen me voor gek. Sommige mensen letterlijk. Zo kwam het dat ik psychologie ging studeren. Helaas waren er geen echte hulpmiddelen en ingesproken boeken waren vaak te oud voor het curriculum.
En dus besloot ik: ik meld me gewoon aan op een kunstopleiding.
Van al dat leeswerk kreeg ik zulke hoofdpijn dat ik moest stoppen met deze opleiding. Daarna was ik een poosje heel erg zoekend. De droom om te kunnen tekenen en ontwerpen had ik al die tijd niet helemaal los kunnen laten. En dus besloot ik: ik meld me gewoon aan op een kunstopleiding. En als ze me niet willen hebben dan laat ik het idee voor altijd los.
Ik ging zonder veel hoop met een map vol tekeningen naar het gesprek en werd gebombardeerd met moeilijke vragen en kritiek. Eigenlijk had ik de hoop al opgegeven. Ik was dan ook in shock toen me werd verteld dat ik was aangenomen.
Ik was dan ook in shock toen me werd verteld dat ik was aangenomen.
Tijdens de opleiding heb ik geprobeerd om een beetje ‘low profile’ te blijven maar dat was lastig. Schoolgenoten uit hogere klassen kwamen me vragen om dingen voor ze te tekenen en zo te helpen met hun werk.
Ik woonde in die tijd in Duitsland en eenmaal op de arbeidsmarkt kwam ik een heleboel wantrouwen en intolerantie tegen. Ik wil zeker niet alle Duitsers over één kam scheren, maar veel van de mensen die ik tegenkwam waren in de volle overtuiging dat wat ze niet konden begrijpen, dat dat ook niet mogelijk was. Dus ook niet een bijna blinde ontwerpster.
Dat wat mensen niet kunnen begrijpen, dat dat ook niet mogelijk is. Dus ook niet een bijna blinde ontwerpster.
Ik kwam in de hoek van ‘troetel-gehandicapte’ en dat vond ik vreselijk. Ik wil niet in een hokje, maar serieus genomen worden als professional. Gewoon een baan en voor mezelf zorgen.
Daarna heb ik gewerkt in Thailand en de Verenigde Staten. Aan mijn tijd in Thailand bewaar ik mooie herinneringen. Ik werd er beoordeeld op basis van mijn werk en kreeg mooie kansen. Ook hier in Nederland heb ik het goed naar mijn zin, ook al loop ik hier tegen wet- en regelgeving aan.
Ik heb bijvoorbeeld al een aantal keer een baan aangeboden gekregen, maar dan wilde de werkgever subsidie voor me aanvragen. Ik begrijp dat dat interessant is, maar ik kom dan onder het UWV te vallen en krijg minimumloon uitbetaald. Terwijl al mijn collega’s veel meer verdienen. Dat wil ik dus niet.
Ik wil niet in een hokje, maar serieus genomen worden als professional. Gewoon een baan en voor mezelf zorgen.
Tekenles van Agnieszka Veel mensen vragen zich af hoe een bijna blinde ontwerpster haar werk doet. Teken je mee met Agnieszka? | Buitenspelen "Buitenspelen levert ook vaak leuke gesprekken op. Zo vroeg een jongetje laatst: Is ze helemaal praatloos?" | Beter een goede buur "Het leven is niet maakbaar, maar je kunt het jezelf wel wat makkelijker maken." |