Ik ben altijd al een positief ingesteld persoon geweest. Lukt iets niet linksom, probeer ik het rechtsom. Lukt dat ook niet, dan heb ik het in ieder geval geprobeerd. En anders verzin ik gewoon weer iets anders. Dat duurt dan misschien iets langer, maar het komt altijd goed.
Bij mijn geboorte bleek ik een retinoblastoom te hebben. Dat is een zeldzame vorm van kanker. Ik had een tumor in beide ogen. Daardoor ben ik volledig blind. Een oorzaak was er niet. Het was puur toeval, pech. Allebei mijn ogen zijn dan ook operatief verwijderd en ik heb nu twee oogprotheses.
Van ogen ruilen
Ik heb dus nooit anders gekend. Mijn broertje kan wel zien. Ik weet nog dat ik hem weleens vroeg of we een dagje van ogen konden ruilen. De dag erna zouden we het dan weer omdraaien. Als kind dacht ik dat het normaal was om je ogen eruit te halen. Ik dacht dat iedereen dat kon, maar dat bleek later natuurlijk helemaal niet zo te zijn.
Moeilijk vond ik het niet. Ik heb alles altijd op mijn eigen manier gedaan. Ik deed dingen met mijn handen, op de tast. Dat was mijn manier. Ook met een stok kom je gelukkig ver.
Veel luisteren
Naarmate ik ouder werd, ging ik met braille werken. Regulier onderwijs heb ik nooit gevolgd. Ik ging naar school bij Bartiméus, een organisatie voor mensen die slechtziend of blind zijn. Daar heb ik een goede tijd gehad. Maar al van jongs af aan heb ik één grote droom: radio. Sinds mijn achtste is dit mijn grootste hobby.
Ik ben dan ook gaan luisteren. Heel veel luisteren. Ik was groot liefhebber van de ochtendshow van Giel Beelen, toen hij nog bij 3FM zat. Ook was ik verzot op audiovormgeving. Alles wilde ik horen. Ik dacht: wat Giel doet, dat wil ik ook. Wat deze man op de radio neerzet, hoe hij met artiesten praat, dat wil ik ook kunnen.
Motto
Mijn blindheid heb ik eigenlijk nooit als beperking gezien. Ik heb me er altijd redelijk makkelijk bij neergelegd. Toen mijn broertje autorijles had, kreeg ik die vraag ook weleens. Of ik dat niet lastig vond. Dan zei ik: waarom? Nu hoef ik het niet te doen. Kan hij me mooi ergens naartoe rijden.
Het openbaar vervoer biedt gelukkig ook veel uitkomsten voor mensen met een visuele beperking. Daar maak ik zelf ook gebruik van. Niet moeilijk doen als het makkelijk kan. Ik denk dat die instelling mede is ontstaan door het motto dat mijn ouders me altijd hebben meegegeven: je kunt alles, behalve zien. Zo ervaar ik dat zelf ook. Dit is mijn verhaal. Het liefst wil ik anderen daar ook mee motiveren.
Humor
Negatieve reacties krijg ik gelukkig weinig. Hooguit een opmerking als ‘kun je het zien’ of ‘blinde vink’, maar dat vind ik niet erg. Dat soort grappen horen er wat mij betreft ook wel een beetje bij. Mensen zijn altijd heel respectvol geweest. Ze zeggen dan bijvoorbeeld dat ik het moet laten weten als ik het vervelend vind. Maar dat is eigenlijk nooit aan de orde.
Als je een beperking hebt, zijn er nu eenmaal mensen die een keer een geintje maken. Daar kan ik gewoon om lachen. Dat vind ik humor. Sterker nog, ik kaats de bal regelmatig terug. Als ik bij een presentatie zit en er wordt gevraagd of iedereen het goed kan zien, zeg ik gerust: nee, mag het beeld wat duidelijker? Je kunt de hele dag gaan zitten chagrijnen, maar daar schiet je niets mee op. Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd.
Werken bij de radio
Mijn droom is inmiddels uitgekomen. Naast mijn baan bij Hogeschool Utrecht, werk ik bij de radio. Dat vind ik geweldig. Stilzitten is niets voor mij. Ik wil wat te doen hebben, werken. Ik ben ervan overtuigd dat eigen initiatief daarbij heel belangrijk is.
Dat heeft mij in ieder geval ver gebracht. Radio vind ik nog altijd het mooiste medium dat er bestaat. En absoluut van deze tijd. Sterker nog: ik denk dat het een grote verbindende factor is. Misschien wel meer dan ooit. Daar draag ik zelf dan ook graag mijn steentje aan bij.