Tot mijn veertigste kampte ik met hevige depressies. Als enige binnen een gezin van elf kinderen werd ik uitgehuwelijkt. En als enige binnen het gezin heb ik nooit de kans gekregen om naar school te gaan. Toch ben ik gelukkig en heb ik een rijk leven.
Ik werd geboren als eerste kind binnen een hindoestaans gezin in Saramacca, op het platteland van Suriname. Als kind had ik daar een zorgeloos en gelukkig leven en, net als ieder meisje, droomde ik ervan om later prinses te worden.
Aan mijn geluk kwam abrupt een einde toen ik op dertienjarige leeftijd door mijn ouders uitgehuwelijkt werd aan een man die niet van mij hield. Ons huwelijk was slecht en ik vluchtte regelmatig naar mijn ouders. Uit angst voor wat de gemeenschap zou zeggen, dwongen mijn ouders mij echter steeds om naar mijn man terug te keren.
Ik werd zwanger en tijdens de zwangerschap van onze zoon verliet mijn man mij. Later kreeg ik uit een andere relatie een dochter. Met haar ben ik in 1977 naar Nederland vertrokken, kort daarna gevolgd door mijn zoon.
Eindelijk zou ik studeren en mij ontwikkelen!
Wij kwamen in Utrecht terecht. Ons gezin kreeg een huis toegewezen in de Rivierenwijk en de toekomst zag er rooskleurig uit. Ik schafte vol enthousiasme studieboeken aan en schreef me in voor de moedermavo. Eindelijk zou ik studeren en mij ontwikkelen!
Verder dan de boekenaanschaf is het niet gekomen. In Den Haag woonde een zus van mij die aan drugs verslaafd was. Mijn zus had net een dochter gekregen maar kon niet voor de baby zorgen.
Ik voelde het als mijn plicht me over het meisje te ontfermen en liet mijn studieplannen varen. Ook de zoon en dochter die mijn zus naderhand nog kreeg, nam ik op. In totaal heb ik – met veel liefde – vijf kinderen grootgebracht.
Vanaf het moment dat ik uitgehuwelijkt werd kreeg ik last van depressies, die geleidelijk heftiger en frequenter werden. Ik heb er nog wel last van, maar weet daar nu mee om te gaan. De rest van mijn leven moet ik antidepressiva blijven slikken.
De pijn die samenhangt met wat er gebeurd is, is er nog. Maar, ik kan nu anders met het verleden omgaan.
Toen mijn kinderen klein waren, heb ik de dagelijkse dingen veelal op de automatische piloot gedaan. Nu zeggen mijn kinderen dat ik ze een fijne jeugd heb bezorgd. Ik kan me dat maar ten dele voorstellen. Voor mijn gevoel hebben mijn depressies een allesoverheersende rol gespeeld tijdens hun jeugd.
Toen ik veertig jaar was, heeft mijn moeder tijdens een bezoek aan Nederland erkend dat zij en mijn vader een grote fout hadden begaan door mij als jong meisje uit te huwelijken. Deze bekentenis verzachtte mijn pijn.
Ik ben gaan inzien dat ik binnen ons gezin juist degene ben die heeft geleerd zelfstandig te zijn.
Ook het feit dat ik nooit de kans heb gehad te leren, heeft geleidelijk een plek gekregen. Ik ben gaan inzien dat ik binnen ons gezin juist degene ben die heeft geleerd zelfstandig te zijn. Mijn leven lang heb ik immers voor mezelf moeten zorgen.
Nu ik ouder ben, heb ik last van allerlei kwalen, waaronder jicht en suikerziekte. Maar ik ben nu wél gelukkig. De erkenning die ik van mijn familie heb gekregen, heeft ertoe bijgedragen dat mijn pijn een plek heeft gekregen. De pijn die samenhangt met wat er gebeurd is, is er nog. Maar, ik kan nu anders met het verleden omgaan.
Als ik last heb van mijn kwalen of me somber voel, trek ik erop uit met mijn scootmobiel.
Als ik last heb van mijn kwalen of me somber voel, trek ik erop uit met mijn scootmobiel. Ik raad het iedereen aan die zich ongelukkig voelt: ga onder de mensen. Het kost even moeite om je over een drempel te zetten, maar al gauw vergeet je je ellende als je mensen om je heen hebt.
Ik hou van mensen en ik ben dankbaar dat zoveel mensen van mij houden. Ik ben met recht een gelukkig mens.
Ik ben Jaap, gewoon Jaap "Een bult op mijn linker scheenbeen na een stoeipartij met mijn zusje. Niets vreemds op het eerste gezicht." | Door mijn handicap help ik nu anderen "Het was moeilijk om mijn plekje in de maatschappij te vinden. Daarom voelt het fijn om deze kinderen te kunnen helpen." | Cadeautje binnen ons gezin "Als instanties belden, vroeg ik ze om later terug te bellen." |